1 oktober 2018
VERGROTEN KANSENGELIJKHEID
IN PRIMAIR- EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Opening en plenaire inleiding
Openingswoord Guido Walraven, Kenniswerkplaats en hogeschool Inholland
De Rotterdamse situatie in context
Inge de Wolf, Inspectie van het Onderwijs en Universiteit van Maastricht
Wat scholen kunnen doen
Eddie Denessen, Universiteit Leiden en Radboud Universiteit Nijmegen
Het thema is urgent en actueel.
Misschien kunnen we beter van eerlijke kansen spreken. Want willen we dat het diploma van de ouders bepalend is?
Woonsegregatie speelt een rol, maar een kwart van de segregatie komt door schoolkeuze.
Leraren doen ertoe. Hoge verwachtingen van leerlingen hebben helpt, het motiveert hen ook.
Geduld en optimisme zijn nodig.
presentaties: PRESENTATIE KWP SPECIAL 01OKT2018
Workshops
1. Primair Onderwijs. M.m.v.. Nicolaasschool. Olv Evelien Miltenburg, intro Bernadette Lensen
Kenmerken van de Nicolaasschool: school met 4 locaties in Bospolder-Tussendijken, bijna 700 leerlingen, afkomstig uit de buurt; ruim 80 personeelsleden. Inspectieoordeel: goed
De Nicolaasschool heeft zichzelf een duidelijke missie ten doel gesteld: wij proberen ieder kind een goede basis mee te geven om zijn of haar toekomst in de maatschappij vol vertrouwen tegemoet te treden.
Stress belemmert het leervermogen, is de stelling waarmee Bernadette haar bevlogen verhaal begint. De leerlingen van de Nicolaasschool groeien veelal op in een omgeving waar veel gebeurt. Die omstandigheden zijn door school niet echt te veranderen, maar wel kan geleerd worden hiermee om te gaan. Dit gebeurt door inzet van inzichten uit de sociale psychologie (Rinka van Zundert). Door eenmeerjarig programma voor leerkrachten, ouders en leerlingen wordt hieraan gewerkt. Leer- en veerkracht: in je kracht op school. Begonnen is in 2015 met alle personeelsleden te trainen, waardoor bij hen het werkplezier en betrokkenheid vergroot wordt, werkdruk omlaag gaat en het ziekteverzuim daalt (zit nu net boven de 2%). Vervolgens zijn de leerkrachten in staat dit over tebrengen naar ouders en leerlingen .’Van gelukkige leerkrachten leer je het meest (Loesje)” Het gevolg is dat de sfeer op school aanmerkelijk is verbeterd en de rust er is om te werken en te focussen. Er is minder externaliserend gedrag van leerlingen dan een paar jaar gelden. Eén van de succesfactoren is dat het voltallige team hier met overtuiging aan werkt. Dit is geen quick fix, maar een stevige meerjarige aanpak. Met welbevinden als pijler van het schoolbeleid wordt de school een optimale leer-, werk en leefomgeving voor iedereen.
presentatie: presentatie Nicolaasschool ‘Kansengelijkheid bekijk het eens anders’
Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=HjPd2wIz-1g
2. Voortgezet Onderwijs. M.m.v. Wolfert College. Olv José Hofman, intro Geoffrey van Melick
Het Wolfert College is een Rotterdamse binnenstadschool met mavo en ISK, en onderbouw havo/vwo. De school heeft de afgelopen jaren de kwaliteit van haar onderwijs en pedagogisch klimaat sterk ontwikkeld. Het Wolfert College gaat uit van de potentie van de leerlingen en het personeel, en wil onderwijs dat recht doet aan individuele verschillen.
Eerlijke kansen staan hoog in het vaandel. Om dat te bereiken hebben ze hoge verwachtingen van leerlingen en is de professionele cultuur van belang. Die kenmerkt zich door het structureel verbeteren van kwaliteit. Waarbij de ontwikkelingen rondom de resultaten, leerlingen, ouders, personeel, organisatie en werkplek in balans moeten zijn. De directie hanteert het Influencer Model (Joseph Grenny et al): je richt je interventie daar waar je cirkel van invloed ligt. Kritische succesfactoren zijn dat dit samenhangend en consistent (al een jaar of tien) plaatsvindt, naast motivatie en bekwaamheid van het team.
De school werkt met professionele leergemeenschappen en aandacht voor brede persoonlijke ontwikkeling van leerlingen door maatwerk na te streven. De directeur heeft een inkijkje gegeven in een App die zij hebben ontwikkeld, waarmee leerlingen en leraren voortdurend en real time inzage hebben in de (harde en zachte) opbrengsten. Voor leerlingen bestaat onderwijs dat gelijke kansen biedt nl. uit een kwalificatie behalen èn als persoon kunnen groeien.
Presentatie: ppt kansengelijkheid wolfert
3. Beleid. M.m.v. gemeente Rotterdam. Olv Inger Seits, intro Cornelis Krul
Ook in Rotterdam zijn er grote verschillen tussen wat scholen doen aan kansengelijkheid. Daardoor gaat er veel talent verloren en het nieuwe College wil mede daarom de schoolverschillen verkleinen.
De discussie spitste zich toe op wat er gedaan kan worden.
Schoolkeuze is in dit verband een van de belangrijke punten. In Rotterdam is ervaring met dubbele wachtlijsten op (basis)scholen, die bijdragen aan een evenwichtiger samenstelling.
Kwaliteit van onderwijs is een ander punt, scholen zouden zich meer moeten richten op het optimaliseren van de mogelijkheden van elk kind (mogelijkheden die zich ontwikkelen).
Eddie Denessen sprak over geduld en optimisme; daarnaast is lef nodig. Bijvoorbeeld lef van de wethouder om scherpe keuzes te maken en daaraan vast te houden (zoals de keuze voor het uitstellen van het voorsorteren door verlengde brugperiodes etc). Lef ook om scholen die de goede dingen doen te belonen.
Aanknopingspunten kunnen worden gevonden in onderzoek (bijvoorbeeld dat naar effectieve scholen en schoolontwikkeling). Het Manifest van de Kenniswerkplaats biedt een overzicht van de stand van het onderzoek op een aantal belangrijke thema’s.
Presentatie: 181001 Presentatie KWP
4. Onderzoek. M.m.v. Inholland. Olv Jeroen Onstenk, intro Guido Walraven
Deze workshop is op de avond van het symposium samengevoegd met die over beleid. Daarom geven we hier alleen de presentatie.
Presentatie: Presentatie workshop 1 oktober 2018 eind
O.l.v. Jeroen Onstenk, Kenniswerkplaats en hogeschool Inholland
Aan de hand van aanbevelingen uit de workshops m.m.v. de inleidende sprekers
Mentale veerkracht en welbevinden zijn belangrijk. Geef leerlingen de tools om met externe factoren om te gaan.
Bouw een goede school rondom eerlijke kansen. Samen met personeel, ouders en leerlingen. Ga na welke factoren van invloed zijn en richt je daarop. Waar kun je verschil maken?
Zet daar dan op in. Ook samen met partners in de buurt en de stad, waaronder de gemeente. Dat is een taai proces. Dat bleek ook bij het plan voor vo scholen op Zuid; juist de wethouder kon een rol spelen om de concurrentie tussen scholen te overwinnen.
Als we weten wat er toe doet, waarom handelen we er dan zo moeilijk naar? Omdat er ook andere doelen zijn, zoals resultaten. Het publieke belang van eerlijke kansen is niet altijd het schoolbelang. Toon daarom lef. Ook in het dichter bij elkaar brengen van wat scholen moeten en wat ze willen. Er kan binnen het systeem al best veel, bijvoorbeeld de inspectie biedt ruimte wanneer je een goed verhaal hebt. Zoek die grenzen op.
Leren we voldoende van elkaar? Waaróm is de ene school zoveel beter? Meer inzetten op leren van en met elkaar als sector.
Bestaande kennis kan beter ontsloten worden voor scholen, daar is ook winst te halen. Goede voorbeelden uit andere steden delen kan inspireren. Wie pakt dat op?
Overhandiging van het Manifest van de Kenniswerkplaats aan de wethouder door de coordinator T. Tudjman,
SLOTWOORD WETHOUDER KASMI
“Gelijke kansen is een belangrijk onderdeel van het nieuwe collegeakkoord.
Als wethouder Onderwijs betekent dit dat het vergroten van onderwijskansen voor alle Rotterdamse leerlingen een belangrijke ambitie is. Aanbevelingen en kennis vallen in vruchtbare aarde. Het nieuwe onderwijsbeleid is nog niet vastgesteld, maar zeker is dat het verbeteren van overgangen tussen sectoren een belangrijke rol gaat spelen.
Vooral de schoolcarrières van kinderen met laagopgeleide ouders, waarvan er relatief veel zijn in Rotterdam, zijn kwetsbaar bij overgangen. Met eenzelfde intelligentie verlopen hun schoolloopbanen vaak een stuk minder voorspoedig. Daar maken wij ons als Rotterdammers natuurlijk zorgen om. Dit is niet rechtvaardig voor deze leerlingen, maar hun talent gaat ook verloren voor onze stad.
Bij de jongste kinderen is de toegang tot een vve voorziening voor zogenaamde doelgroepkinderen belangrijk voor hun ontwikkeling en verdere schoolcarrière. Gelukkig zien we in Rotterdam dat het bereik onder deze doelgroep al op 93% ligt en dat willen we zo houden. Het wordt wel steeds duidelijker dat in het overgangsmoment van vroegschool naar voorschool geboekte vooruitgang soms verloren gaat. Dat gaan we verder onderzoeken en daar kunnen we de hulp van de Kenniswerkplaats goed bij gebruiken.
In de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs zien we de kwetsbaarheid van Rotterdamse leerlingen. In Rotterdam-Zuid krijgt 9,7% van de kinderen een vwo-advies in groep acht, terwijl dit percentage in de rest van Rotterdam op 17,2 % ligt. Een verschil dat niet verklaard kan worden door een cognitief verschil tussen de kinderen. Met deze onacceptabele verschillen gaan we de komende jaren aan de slag. Daarin nemen we de aanbevelingen graag mee.
In het voorgezet onderwijs begint ook het opstromen, afstromen en stapelen. Hier toont zich het doorzettingsvermogen van de Rotterdamse jeugd. Maar ook het verloren gaan van talent. De afstroom in het derde jaar van het vo is in Rotterdam Zuid bijvoorbeeld flink hoger dan het landelijke gemiddelde. Hierin moeten we de komende jaren verandering brengen. Een betere afstemming van de leefwerelden van leerlingen, waarvoor in het manifest gepleit wordt, speelt hierin zeker een rol.
Aan het verbeteren van kansen in de overgang van (beroeps)onderwijs naar werk, waar het manifest om roept, willen de komende jaren ook hard gaan werken, o.m. met een Leer-werkakkoord leer-werk en de doorontwikkeling van de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB).
In gesprekken met besturen van het Rotterdamse po en vo onderwijs klonk de roep om de kennis rondom gelijke onderwijskansen meer en beter te delen, en in de praktijk toe te passen.
Hier ligt een prachtige kans voor de ambities van de kenniswerkplaats om nog relevanter te zijn voor de Rotterdamse onderwijspraktijk”.